Indonesische Spiritualiteit


- De Intro, een korte opsomming waar de traditie van de keris in Nederland vandaan komt, en een stukje geschiedenis over de komst van de Indo's naar Nederland.De periode van 1940 tot 1998 was een heel geweldadige periode in de recente geschiedenis van Indonesië. In eerste plaats was de Indonesische bevolking de dupe van deze golf van geweld. In de jaren 1945 tot 1950 waren de Indo's de dupe van deze golf van geweld. En toch voelen wij ons heel verbonden met Indonesië, het geboorte land van onze ouders
De volgende reportages geven een beeld van deze periode:

https://vimeo.com/204556245

https://www.youtube.com/watch?v=kLT6G8FD3E4&bpctr=1592552824


Net zoals in de meeste Indische gezinnen maakte muziek een groot deel uit van mijn opvoeding. Mijn opa speelde viool en mijn oma piano, en mijn ooms van vader- en moederskant speelde in bandjes, en regelmatig werd met een bandrecorder (analoog opname apparatuur) opnames gemaakt in de woonkamer.  Hierboven een foto van mijn vader die, om een leven op te bouwen in Nederland, ook eerst in een Indorock band heeft gespeeld... Ik heb daardoor het geluk gehad dat ik in de tijd dat mijn ouders in Duitsland zaten door mijn opa en oma ben opgevoed.



Ik denk dat u wel zult begrijpen door het bovenstaande dat het geen vrijwillig vertrek uit Indonesië was maar een noodzaak en eigen tradities werden overboord gegooid, op hoop van erkenning.
In de meeste Indische gezinnen werd thuis ook geen maleis gesproken en het petjoh, praten met tjedirrrr tjedoerrrr, werd afgekeurd! "Wij zijn toch gewoon Nederlanders", was/is een uitspraak van de oudere generatie, maar wel:
iederedag rijst eten, sambal in de erwtensoep en op de pindakaas, botol tjebok op toilet, fruit schillen met het snijvlak naar je toe in plaats van van je af, obat matjan of kajuputih olie smeren bij kwaaltjes, djonkok kunnen zitten,  het 3x weigeren als je iets word aangeboden, liever niet praten over problemen: 'sudah laat maar...', snuifkusjes geven, jam karet: tijd is rekbaar, niet laten merken als je pijn hebt, moeilijk nee kunnen zeggen, sate bakkar tijdens feesten en altijd teveel koken voor onverwacht bezoek en dan eten met lepel en vork...
 
Gelukkig zie je tegenwoordig dat de jongere generatie weer heel bewust is van het Indisch-zijn en trots op hun Indische afkomst, en dat de Indo's volwaardig lid zijn van de Nederlandse maatschappij.

 
_________________________________________________________________________________________________

Het eerste hoofdstuk, de kris, is een verzameling van verhalen die ik de afgelopen 30 jaren heb meegekregen, veelal uit boeken, via internet en niet te vergeten van mijn oma die mij als kind al verwende met de magische verhalen over de kris. Het ouderlijk huis van mijn oma was tegenover het paleis van de Soesoehoenan van Jogjakarta. Deze huizen werden bewoond door gezinnen die loyaal waren aan het koningshuis. Mijn oma heeft in Jogjakarta ook nog in de klas gezeten met Soesoehoenan Hamengkoboewono die in de klas Hengkie wed genoemd.
Mijn oma wist heel veel over de kris, vooral omdat ze, toen mijn opa in het Jappenkamp zat, de zorg over de familie kris Slamet had. De kris heeft ons in de oorlog ook veel geholpen, mede ook door de reden dat de Jap een diep respect, ja zelfs angst had voor de kris. 
Mijn opa kreeg de kris van zijn moeder, prinses Raden Adjeng Augustine Setjodiredjo, die het weer van haar vader had, de Javaanse prins Doktor Jawa Raden Mas Setjodiredjo.

link naar een artikel die alle huwelijken tussen Nederlandse mannen en Indonesische prinsessen beschrijft met uiteraard ook de naam van mijn overgroot oma.





Oude familiefoto met in het midden met wit shirt opa Dolf Gallas. Links zittend overgrootoma Raden Adjeng Augustine Setjodiredjo, in het midden overgrootoma Raden Ajoe Siti Soetari (geboren in de Keraton van Yogjakarta) en rechts zittend overgrootopa, architect en Kaptein Pieter Marinus Gallas. 



Kerissen Yogjakarta


Oud krantenknipsel van mijn overgroot opa die naast architect ook officier bij het KNIL was. In dit krantenartikel verdedigde mijn overgroot opa zich met een Piek. Een Piek is het Indische woord voor een lans, een tombak. Ook dit zijn pusaka's met meestal een nog veeel grotere ceremoniële waarde dan een keris!.

 Diverse Pieken!


Origineele Sumatraanse Gliwong, in beslag genomen tijdens de Sumatra oorlog, eind 19e eeuw.

________________________________________________________________________________________________________





Over-overgrootopa: Wedono Doktor Jawa Raden Mas Setjo di Redjo een Javaanse Wedono van Prajekan en geneesheer die door heel Indonesië werkte. Hieronder wat krantenknipsels van zijn werkzaamheden in Indonesië.


Grand father Setjo maried a prinses from the Keraton from Yogjakarta, Raden Ajoe Siti Soetari.

Aan het begin van de carriëre van opa Setjo di Redjo, in 1890, heeft hij een nogal opmerkelijke prestatie geleverd. 


Artikel uit het Bataviaans Nieuwsblad, 8-12-1890.


Samarangsch handels- en advertentie-blad 11-12-1890

Overigens word de naam hier uit elkaar geschreven. Meerdere prinsen in Oost-Java hebben de achternaam Diredjo...
Ik kan me nog goed herinneren dat mijn oma vertelde dat hij in Indonesië bekend stond als Doktor Setjo.


Dit is het laatste artikel wat ik van hem heb kunnen vinden uit 1915





Gedurende zijn carrieëre heeft hij in heel Indonesië gewerken. Hieronder wat krantenknipsels met de plaatsen in Indonesië waar hij overal gewerkt heeft

Het eerste artikel stamt uit  met een becshrijving van zijn werk stamt uit 25-5-1893




13-11-1897

16-3-1899

Krantenartikel over de officiele benoeming tot prins van mijn overgroot opa uit 23-7-1900


Zijn officiele naam is dus: Doktor Jawa Raden Mas Setjo di Redjo.

 22-3-1899

19-9-1901

 26-6-1903

1-10-1903

 211-1904

 6-11-1906

25-1-1908

 24-12-1910

6-8-1912

 8-1-1913

26-3-1913

 25-11-1915

3-12-1915
_______________________________________________________________________________

29-6-1909 

Interessant kranten artikel waarin vermeld word dat mijn overgroot opa dus benoemd is tot Wedono, een typisch Javaanse titel voor een distriktshoofd of bestuursambtenaar, van Prajekan in het Panaroekan distrikt in Oost-Java en dat hij afkomstig deel uitmaakte van de groep Prinsen, de Priyaji, van Basoeki,uit Oost-Java. Hiervoor was hij assistent Wedono van Kapongan, ook in Oost-Java.

Er waren toendertijd eigenlijk 3 bestuurlijke titels op Java, de sultan, eigenlijk een keizer met een keizerrijk, bijvoorbeeld de Sultan van Jogjakarta. Een Soesoehoenan, een koning met een koninkrijk zoals de Soesoehoenan van Solo. En als laatste een Wedono met een prinsendom, een distrikt.

Wedono of in Javaans Wedana komt van het sanskriet Vadana, wat aangezicht, mond of voorkant betekend. De Javaanse adelsprak hoog Javaans wat een Indiaas dialect was, omdat de javaanse adel afstamd van de Indiase adel.
Wedono, Dono...... Zo is de naam Donoriko ontstaan.....



Hieronder het handboek van de Wedono's. Hun taken waren eigenlijk het totaal bestuur van hun distrikt. Ze hadden zelfs de beschikking over een kleine groep strijders metname om de kust te beschermen tegen rovers en dergelijke.
De Wedono's woonden in een Kaboepaten, een ambswoning.

Handboek van de ambtenaar, een uitgebreid beschreven handboek van 507 pagina's




De Wedono's droegen kerissen met speciale handgrepen zodat ze herkend werden als Wedono. Deze grepen heten de Donoriko grepen. De kerissen van de Wedono's van Panaroekan hadden veel Oost-Javaanse invloeden als wel Madurese invloeden. Het grootste gedeelte van de bevolking daar is nog steeds Madurees. Uiteraard waren er invloeden van kerissen vanover heel Java. Mijn bed overgroot opa was bijvoorbeeld getrouwd met Raden Ajoe Siti Soetarie, een prinses uit de keraton van Jogjakarta. Dus ook de kerissen die als bruids geschenk of geschenken als dank, zijn te vinden in Oost-Java.

Hieronder mijn eigen oost-Javaanse Wedono kerissen.


Oost-Javaanse Wedono kerissen met een Donoriko greep


Oost-Javaanse Wedono kerissen met links een Janggelan greep, in het midden een Gono greep en rechts een Prabu greep.



 Oude kaart van Prajekan, Sitoebondo, Paneroekan.

De bevolking van Panoerakan bestaat hoofdzakelijk uit Madurezen. De meest gesproken taal is dan ook het Madures.

De Madurezen van Oost-Java waren dus niet onderbestuur van de adel van Sumenep, Madura, maar werden door de Oost-Javaanse prinsen zelf bestuurd.

Panaroekan was weer onderverdeeld in 6 distrikten met ieder een eigen Wedono en assistent Wedono die zelf raporteerden aan een Regent.
De 6 distrikten van Panaroekan waren: Kotta Panaroekan, Sitoebondo, Prajekan, Kapongan, Kali Tikoes, Soember Waroe.





Raden Mas Setjodiredjo was dus een van de prinsen van Besoeki, Panaroekan valt onder Bezoeki, de nazaten van de Hindoe-Boeddhistische koninkhuizen.



Hieronder is een oude afbeelding van de Kaboepaten, de ambtswoning, van de Wedono van Panaroekan in 1932. De prinsen van Besoeki woonden niet in een Keraton zoals de Sultan of Soenan, maar in een Kaboepaten.


Zeldzame foto van de prinsen van Besoeki met hun typisch witte klederdracht. De Radens van Besoeki stonden bekend om hun loyaliteit naar de koningin van Nederland. Zij kwamen ook in opstand tegen de Japanse bezetters in de 2e wereld oorlog en zijn dan ook masaal vermoord op 3 december1944, in Bodjonogoro door het Ohara korps.
(Onderaan deze pagina is het verhaal van de ondergang van de Priyaji van Bezoeki)
Links waren de prinsen en prinsessen van Besoeki, rechts de aangetrouwde prinsen en prinsessen. 


Mijn eigen Oost-Javaanse poesaka Kerissen.

_______________________________________________________________________________________________________________
ATTENTIE

IK BEN OP ZOEK NAAR OUDE PUSAKA'S VAN HET PANAROEKAN PRINSENDOM.

DE PRINSEN VAN HET DISTRIKT PANAROEKAN ZIJN ALLEMAAL DOOR DE JAPANNER TERECHTGESTELD IN 1944.

MOCHT U AFSTAMMELING ZIJN VAN DE PRINSEN VAN BESOEKI OF PUSAKA'S HEBBEN  DAN KOMT IK GRAAG IN KONTAKT MET U!

________________________________________________________________________________________________________________



Beautiful picture of a beautiful woman, my grand grand mother, prinses Raden Ajeng Augustine Setjodiredjo, in her younger years.


An other great old picture of my family with in the middle the sister of mu grand grand mother Raden Ajeng Lien Setjodiredjo with my grand father and my uncle and ants in the garden in Yogjakarta.



Pracht foto van mijn familie van moeders kant. Een mooi gemengd koloniaal gezin met mijn overgroot oma, 2e links met het lange haar.

Nog een anecdote over de familie keris Slamet.

's Avonds laat in Yogjakarta werd het gezin opgeschrikt door gerommel en gestommel rond om het huis..
Zou het een inbreker zijn? De oudere broers Opa Dolf, oom Hans en oom Piet maakten een plannetje en zouden de hele nacht slapen in de schuur om de dief te vatten. Zogezegd zogedaan, maar alsof de dief wist wat er ging gebeuren bleef de dief weg..De volgende dag: "Lah ilah ampoen" weer terug gestommel. 
De broers waren nu vastberaden de dief te vangen, bulzak ging weer in de schuur en in rondes werd gewaakt...."loh weer niks".
Zou het de kris zijn? Dukun werd geroepen, kris en zijn bewakers, de piek en de lans werden gewassen en het gestommel was over...




Oude familie foto, trainen in de tuin, met oom Piet, opa Dolf, oom Bert, overgroot opa Pieter en oom Hans..


Mijn vader met zijn broers Frans en Guus in Jogjakarta


Mijn vader in Jogjakarta met zijn zussen Freek en Loeke


My German grand father, from my mother, Herr Tüllmann who left Germany in the 1930th and became a police inspector in Indonesia. I remember him very well!


Grandpa Tüllmann maried my east javanese grandma, i see lots of here face comming back in my family.


Foto van mijn moederskant in vermoedelijk Bandoeng met becak en zo tezien oom Rene achter stuur.


Mijn moeder in Bandoeng met mijn opa en haar 2 broers Frank en Buddy


Nog een foto van mijn moeder haar gezin

Ik weet nog dat mijn oma me het volgende rijmpje leerde:

Ik liep eens langs de kali,
Ik hoor ktjeplek ktjeplok,
Ik dacht orang buaya,
ondertussen orang tjebok...



Nog wat eigen oude jeugd foto's...



Foto van moederskant Met oom Henk, Tante Moud, Dees, Opa met voor hem Harold en Douglas, mijn moeder en vader en tante Loet en ik vooraan met streepjes shirt.

Op de arm van oma Annie met mijn moeder.


Mijn opa's en oma's


Op de arm van mijn vader


Met mijn moeder


Mijn vader


Mijn oma


Verjaardags foto, ik werd hier 1 jaar.


In de tuin bij mijn opa en oma in Tegelen

___________________________________________________________________________________


De Hindoe Boeddhistische adel op Java


Mijn over over groot opa was een van de prinsen van het Besoeki een distrikt in Oost Java en Wedono, distriktshoofd, van Prajekan.


De Prinsen van Besoeki zijn de nazaten van de grote Hindoe-Boeddhistische koninkrijken.



Er zijn nog vele overblijfsellen van de Hindoe-Boeddhistische koninkrijken. Hieronder is een opsomming van deze plaatsen.



Lingams in Banten, west Java 358 nC

Hieronder staat een 1600 jaar oude lingam uit de Purnawarma era, koning van Tarumanagara uit Tugu, Jakarta, afgebeeld.
Het was Maharshi Rajadirajaguru Jayasingawarman die het Tarumanagara koninkrijk heeft opgericht in 358 nC.


Jayasingawarman kwam oorspronkelijk uit Salankayana India, een koninkrijk dat is gevallen na de invasie door het Samudragupta koninkrijk uit Gupta. Jayasingawarman richtte daarop een nieuw koninkrijk in West-Java op en trouwde daar met een Sundanese prinses, dochter van koning Dewawarman de VIII uit Salakanagara. Koning Purnawarman was de kleinzoon van Jayasingawarman en liet 7 gegraveerde lingams na die allen zijn naam dragen, verspreidt over het huidige Banten en West-Java.
Dat betekent dat circa 300n.C. er in India blijkbaar een oorlog was tussen anders gelovigen van de Vedische gezangen/geschriften.

Het koninkrijk Samudragupta, welke in het midden tot het noorden van India rijkte en het Salankayana koninkrijk welke zich aan de zuid oostelijke kust van India bevond kwamen in een religieuze oorlog.
Een opvallende eigenschap van de nieuwe Indonesiërs is dat de inwoners van het Salankayana koninkrijk Bramanen waren. Deze Brahmanen, de heiligen van de 1e kaste, waren ook verantwoordelijk voor het door geven en behouden van de oude Vedische kennis via uren lange gezangen. (Het latere Gamalan en het Wayangspel. Onderzoek vanuit India heeft uitgewezen dat de Javaanse versie dichter bij het originele Vedisch verhaal ligt dan het huidige in India gebruikte verhaal...)

Nog een steen in Sanskriet geschreven met de volgende text:
"Dit is een paar voeten als de voeten van Vishnu (de verzorger). Het zijn de glorieuze voetafdrukken van Purnawarman, de grote koning van het land van Taruma, de dappere koning van de wereld. "

De Oudste Hindu tempels zijn gebouwd op de plek van de goden: Di Hyang, Dieng Plateau 750



Dan zijn er uiteraard de grote tempelkompleksen in Yogjakarta, de Hinduïstische Candi Sukuh en de Boeddhistische Borobudur 850


Borobudur

Candi Sukuh

Omdat de Tempels rondom Yogjakarta bedolven waren onder een laag as van de vulkaan Merapi vertrokken de Hindu-Boeddhistische edelen ,naar Oost-Java naar de andrere heilige berg de Merapi.

Het daar bekendste Hindoe-Boeddhistisch rijk was het rijk van koning Ken Arok: OostJava Singasari 1250
De grootste bloei van het Oost-Javaanse koninkrijk was wel het Majapahit  tijdperk 1350, waar onder leiding van Gaja Mada, waarbij Oost Java de hoofdstad was van heel Zuid-Oost Azië.


Ceremonie in het oude tempelkomleks van Trowulan

Oost Java is altijd als een afvallige regio besschouwd als regio waar de wind van Majapahit nog steeds waaide. Oost Java was tot het begin van de 18e eeuw onafhankelijk en is nooit door Mataram veroverd. Toen de Nederlanders vanaf 1700 Oost Java veroverden hebben ze eerst een Balinese prins benoemd als nieuwe heerser over Oost Java. Toen deze ook met de Oost Javanen samenwerkten werden de prinsen van Besoeki als heersres over deze regio benoemd. De prinsen van Besoeki waren kinderen van de Raja van Sumenep. De Madurezen waren erg trouw aan de Nederlanders omdat de prinsen al vanaf de 17e eeuw trouwden met Nederlandse vrouwen, ze hadden dus Nederlands bloed.

Mijn overgroot opa was een van de prinsen van Besoeki, en werd in 1920 eervol ontslagen als Wedono van Prajekan, Situbundu.

Jappen hebben de gehele Priyaji van Basoeki terechtgesteld in 1945, wat het einde betekende van de Dynastie...

Via het blad De Vrije Pers deed de Opsporings Dienst Overledenen (O.D.O.) op 1 september 1949 verslag:

Panaroeken, 1949.

“De massa-arrestatie van deze Priaji’s heeft destijds grote beroering gewekt en vormt ook thans nog een veel besproken onderwerp in Priaji-kringen. (Javaanse adel – JP) Eerst kortgeleden is het de Opsporings Dienst Overledenen gelukt enige klaarheid te brengen in deze geruchtmakende affaire.
Uit de onderzoekingen is gebleken dat de lndonesische bestuursambtenaren eerst naar Banjoewangi werden afgevoerd. Na een paar maanden door de Kenpeitai te zijn verhoord, werden zij begin november 1944 in alle stilte in de nacht op transport gesteld naar Soerabaja, waar zij in de Werfstraatgevangenis werden opgesloten. Op 28 en 29 November 1944 werd door het Japanse Gerechtshof het doodvonnis over deze ambtenaren uitgesproken. Op 3 December 1944 werden zij in de vroege ochtenduren in vrachtauto’s gezet welke de gevangenis met onbekende bestemming verlieten.
Door een scherpe ondervraging van de in de Tjipinanggevangenis te Batavia gedetineerde Japanse oorlogsmisdadigers, is thans vastgesteld, dat Bodjonegoro de eindbestemming was van de vrachtauto’s. In de donkere djatibossen rondom Bodjonogoro klonken op 3 December 1944 tegen het ochtendgloren de schoten van het vuurpeloton van de beruchte Ohara-unit. Deze schoten maakten een einde aan het leven van deze Indonesische bestuursambtenaren. Ter plaatse werden zij in een massagraf ter aarde besteld. Van een ooggetuige, die op het tijdstip van de afvoering van de bestuursambtenaren als gevangene in de Werfstraat gevangenis was opgesloten, werden de namen verkregen der geëxecuteerden. Deze luiden:

Bagoes Bambang Soetopo Soedibio Koesoemo, Regent van Panaroekan;
Abdoelkadir Sosro Amidjojo, Wedono van Panaroekan;
R. Soedarsono, Wedono-kotta Sitoebondo;
R. Ismangoen Danoesoebroto alias Soerjadi, wedono van Asembagoes;
Mohamad Saleh Hardjowidjojo, Wedono van Wonosari;
R. Ngabei Mohamad Joesoef Joedodihardjo, Assistent-Wedono van Tegalampel;
Soekirno Hadiwinoto, Assistent-Wedono van Asembagoes;
R. Madiroso Koesoemowidjoio. Assistent-Wedono van Kendit;
Kjai Abdoelgani Singoatmodjo, Assistent-Wedono van Sitoebondo;
Baharoedin Soemodiredjo, Assistent-Wedono van Panaroekan;
R. Soepradi Soeriokoesoemo, Assistent-Wedono van Djangkar;
Djojosoetikno, Assistent-Wedono van Kapongan;
Moestopo Patmodiredjo, Assistent-Wedono van Banjoepoetih;
Mohamad Imam Soerowidjojo, Assistent-Wedono van Ardjasa;
Dasri, Assistent-Wedono van Besoeki;
M. Endin Soemodipoetro, Assistent-Wedono van Soebah;
R. Soepangat Prawiro Hadiwinoto, Assistent-Wedono van Pandji;
Tajidin Soemosoebroto, gepensioneerd Assistent-Wedono van Tjoerahdami;
Tajipi, gepensioneerd Wedono van Tangbatang (Madoera);
R. Soetjipto Martokoesoemo, Commies-Redacteur bij de Secretarie van de Regentschapsdraad van Panaroekan;
R. Soedarsono. Ambtenaar P.T.T. te Sitoebondo;
Sainoedin alias Sosrosoeseno. Schrijver bij het Djaksa-kantoor te Sitoebondo;
R. Mohamad Zainal alias Kromosastro, Mantri-goeroe, desa Treboengan te Sitoebondo;
Abdoel Madjid, Lichtwachter te Panaroekan,
Mas Santrijo Djojoatmoko. Hoofdoppasser van de Regent van Panaroekan;
Ponidjan, Zaakwaarnemer van het Hotel te Sitoebondo;
Tajidi, Mantri Passerwezen te Sitoebondo;
Arnawi alias P. Soetri alias Reksokario, Desahoofd van Pasirpoetih;
Go Kiem Ho, Wijkmeester te Sitoebondo; en
Kyan Chin Kei.

Behalve vorengenoemde geëxecuteerden waren nog de volgende personen betrokken in door de Regent van Panaroekan geleide ondergrondse actie. Zij werden echter niet in het djatibos nabij Bodjonegoro geëxecuteerd, aangezien zij vóór bedoelde afvoering reeds overleden waren. Deze slachtoffers zijn:

Saheroen Soemodiredjo, Assistent-Wedono van Mlandingan, overleden in gevangenschap te Mlandingan (Besoeki);
Ang Tjwan Khing, Handelaar te Panaroekan, geexcecuteerd te Antjol;
Kariowisastro alias Hanapi, Desahoofd te Mimbaän, overleden in de gevangenis te Banjoewangi,
Endin, Spoorwegarbeider te Diember, overleden in de gevangenis te Banjoewangi;
Pak Saemi, Waker van de Regentschapspasanggrahan te Pasirpoetih, overleden in de gevangenis te Banjoewangi;
Sech Saleh bin Salin, Procureurbeambte (?-JP) te Sitoebondo, overleden in de gevangenis te Banjoewangi; en
Imamoedin, zoon van de Hoofdpengoeloe te Sitoebondo, overleden in de gevangenis te Banjoewangi.”

Affaires

Wat weten we van het verzet van Soedibiokoesoemo en de zijnen? Niets, behalve dan dat de O.D.O. veronderstelde dat sprake was geweest van daadwerkelijk verzet, en dat Soedibiokoesoemo hierbij de leiding heeft gehad.
Veel hoeft het overigens niet te hebben betekend. De Japanners waren zich bewust van de toenemende onvrede bij de Javaanse bevolking over de economische achteruitgang en het achterwege blijven van toezeggingen op het gebied van zelfstandigheid. Sporadische berichten over Geallieerde overwinningen in de Pacific maakte hen bijzonder achterdochtig. De vrees bestond dat Geallieerden zouden landen op de kust van Oost-Java. Alles wat ook maar enigszins verdacht leek, werd tot op het bot onderzocht.

Panaroekan, t.t.v. Operatie Produkt, juli 1947.

De Panaroekan-affaire moet worden geplaatst in een lange rij van massa-arrestaties op Oost-Java, vanaf eind 1943.
In december 1943 werden 71 Molukkers in Soerabaja verdacht van het afsteken van vuurpijlen om de aandacht van Geallieerde vliegtuigen te trekken. Op één na werden zij allen medio 1944 geëxecuteerd.
In mei 1944, kort na een Geallieerd bombardement op Soerabaja, werd opnieuw een vijftigtal Molukkers gearresteerd, verdacht van seinen. In deze maand werd ook gearresteerd M. Basoeki Poerwowidjojo, de assistent-wedono van Mangli (regentschap Djember), samen met Pa Soedarmo, desahoofd Adjoeng, en P. Sarkam, hoofd van de kampongpolitie van Adjoeng. Basoeki werd onder meer beschuldigd van het op één der verduisteringsavonden vuren te hebben aangestoken in de vormen van een ‘V’ (Victorie) en een ‘W’ (Wilhelmina). Op 15 December 1944 werd hij door de Kenpeitai van Djember naar Batavia gezonden om voor de Krijgsraad te verschijnen. In januari 1945 werd hij in Antjol geëxecuteerd.
In november 1944 werden ex-Dampitjongens opgepakt, evenals twee NEFIS-agenten die bij Panaroekan aan land gingen.
De PETA-arrestaties in Blitar vonden plaats in januari 1945. Eveneens in de eerste helft van 1945 was sprake van een razzia onder de Indonesische ambtenaren van de residentie Besoeki. Ook deze ambtenaren werden beschuldigd van gezagsondermijning. Als eerste slachtoffer van Kenpeitai-willekeur viel de Regent van Bondowoso, R. Mohammad Safioedin ook genoemd Atmosoedirdjo, die onmiddellijk na zijn arrestatie zodanig werd mishandeld dat hij tijdens verhoor de geest gaf.
Het lot van deze groep werd ons bekend omdat in 1948, tijdens de behandeling van één van de zaken tegen leden van het hoofdkwartier van de Kempeitai, een chauffeur verklaarde op de hoogte te zijn van massa-executies in Bodjonegoro. Toen hierop in de Tjipinang-gevangenis te Batavia verblijvende Japanners nog eens aan de tand werden gevoeld, bleek dat in Bodjonegoro in februari 1944 een groep van 62 personen van Madoera was geëxecuteerd, medio 1944 de groep Molukkers van de vuurpijlenaffaire uit Soerabaja, en dus ook, in december 1944, 30 personen uit Panaroekan en omgeving.

https://javapost.nl/2013/12/11/de-onwrikbare-trouw-van-soedibiokoesoemo/